Word nu lid voor slechts éénmalig € 100,-
Nergens zo goedkoop!
0 of 31 Vragen completed
Vragen:
Je hebt de vragenlijst al eerder voltooid. Daarom kun je hem niet meer opnieuw starten.
Vragenlijst is aan het laden…
Je moet inloggen of inschrijven om de vragenlijst te starten.
U moet eerst het volgende invullen:
0 of 31 Vragen answered correctly
De tijd is verstreken
You have reached 0 of 0 point(s), (0)
Behaalde punt(en): 0 of 0, (0)
0 verslag(en) in afwachting (mogelijke punt(en): 0)
BPR 1: Je vaart in de nacht over het IJsselmeer en ziet een rood licht met daaronder een groen licht. Ook zie je beide boordlichten. Van welk schip is dit het vooraanzicht?
BPR 2: Je vaart met een snelle motorboot op vaarwater waar snel varen toegestaan is. Jij bent de bestuurder en je beweegt met je snelle motorboot een waterskiër voort. Welke eis stelt het BPR aan deze situatie?
Aanleggen 3: Met tegenwind aanleggen doe je als volgt: Schuin naar de wal varend wordt de eerste lijn vastgemaakt. Welke lijn leg je als eerste vast?
Bebakening 4: Je vaart stroomopwaarts op de rivier. Welk topteken heeft de betonning op de strekdammetjes van de bakboord oever?
RPR 5: Je ziet links een groen licht;, rechts een rood licht beide in een horizontale lijn. Daarboven zie twee witte lichte boven elkaar. Wat is juist met betrekking tot de gevoerde verlichting?
RPR 6: Op de Waal geldt het RPR ?
BPR 7: In een engte zonder stroom vaart een groot motorschip. Het obstakel bevindt zich aan de zijde van het grote motorschip. Wie moet volgens het BPR voorrang verlenen?
BPR 7: Aan welke zijde moet een klein zeilschip een ander klein zeilschip passeren volgens het Binnenvaartpolitiereglement
Hoogteberekening 8: Je nadert een vaste brug. Op de waterkaart staat brug: H 36. Dit geeft het aantal decimeters van de brughoogte aan boven het kanaalpeil: KP = NAP – 4 dm. Je schip heeft een hoogte van 3 meter boven water. Verder is bij de brug een peilschaal waarop je leest: waterniveau in het kanaal is NAP – 1 dm. Hoeveel decimeter is er nog over tussen de brug en het hoogste punt van je boot?
Betonning 9: Welk lichtkarakter kan een lichtboei hebben als die ten oosten ligt van een te markeren gevaar, volgens het cardinale markeringssysteem?
BPR 10: Een klein zeilschip vaart op ruim water over zijn bakboordboeg. Vanuit bakboord nadert een groot motorschip. Wat zegt het BPR hierover?
Aanleggen 11: Je wilt in een jachthaven in een box met de boeg naar de wal afmeren. Daar bevind je jezelf voor een haakse bocht met een krappe ruimte. Met welke lijn kun je de draai vereenvoudigen?
RPR 11: Op welk van de volgende wateren is het BPR van toepassing?
Doorvaarthoogte berekenen 13: Een schip nadert een brug. Op de waterkaart staat bij de brug H30 dm boven het kanaalpeil. Het kanaalpeil (KP) = NAP – 5 dm. Het schip heeft een hoogte van 3 meter boven water. Waterstand is gelijk aan het NAP Wat is dan de speling die het schip heeft onder de brug?
Manoeuvreren 14: Je wilt een ander schip dat gestrand is vlot trekken . Op welke manier kan je dit het beste doen?
BPR 15: Wat verstaat men onder een snelle motorboot ?
AIS 16: Het doel van AIS is:
Vraag 18 RPR: Op welke van de volgende wateren is het Rijnvaartpolitiereglement (RPR) niet van kracht?
BPR 19:Wat verstaat men in het BPR onder een passagiersschip?
Zeemanschap 20: Verbod op het innemen van een lig- of ankerplaats geldt op
BPR 21: Snelle motorboten wijken voor alle andere schepen
BPR 22: Oplopen wil zeggen dat je een ander inhaalt:
Meteorologie 23: In een lagedrukgebied is de luchtdruk in het centrum:
BPR 24: In het BPR hebben met de stroom meevarende schepen bij een versmalling in het vaarwater:
RPR 25: In het RPR hebben tegen de stroom invarende grote zeilschepen bij een versmalling in het vaarwater:
Geluidseinen 26: Een groot schip heeft een korte stoot op de scheepshoorn. Dit betekent:
BPR 27: Varen bij slecht zicht betekent dat het zicht minder is dan:
BPR 28: Op de Gelderse IJssel maakt de beroepsvaart gebruik van blauwe borden met een wit flikkerlicht om elkaar via de bakboordzijde te kunnen passeren.
.Manoeuvreren 29: Op stromend water anker je het veiligst met:
Manoeuvreren 30: Ga je ten anker dan steek je minimaal:
Inhoud van deze website kan/mag niet worden gekopieerd.
Zet koers richting het klein vaarbewijs 1 certificaat met deze gratis online cursus!