0 of 14 Vragen completed
Vragen:
Je hebt de vragenlijst al eerder voltooid. Daarom kun je hem niet meer opnieuw starten.
Vragenlijst is aan het laden…
Je moet inloggen of inschrijven om de vragenlijst te starten.
U moet eerst het volgende invullen:
0 of 14 Vragen answered correctly
Uw tijd:
De tijd is verstreken
You have reached 0 of 0 point(s), (0)
Behaalde punt(en): 0 of 0, (0)
0 verslag(en) in afwachting (mogelijke punt(en): 0)
BPR 1: Twee kleine schepen naderen een engte. Het kleine motorschip A vaart met de stroom mee. Het kleine zeilschip B zeilt tegen de stroom in over zijn bakboord boeg. Welk schip heeft hier voorrang?
BPR 2: Wat is volgens het BPR de definitie van een stilliggend schip?
BPR 3: Je vaart met een snelle motorboot op vaarwater waar snel varen toegestaan is. Jij bent de bestuurder en je beweegt met je snelle motorboot een waterskiër voort. Welke eis stelt het BPR aan deze situatie?
BPR 4: Artikel 9.04 bevat de bijzondere bepalingen die speciaal gelden voor kleine schepen. Het verwijst onder andere naar bijlage 15a van het BPR. Op de in deze bijlage vermelde vaarwegen mag een klein schip slechts varen indien:
RPR 5: Aan welke zijde moet een klein motorschip bij het oplopen van een ander klein motorschip passeren volgens het RPR?
Veiligheid 6: Wat wordt verstaan onder de dode hoek van een vrachtschip?
RPR 7: Het uitvaren van een haven of nevenvaarwater mag alleen als dit zonder gevaar kan geschieden en zonder dat andere schepen worden genoodzaakt hun koers of snelheid plotseling of in sterke mate te moeten wijzigen. Voor welke schepen geldt deze regel?
RPR 8: Je hebt een klein motorschip van 6 meter dat een maximumsnelheid van 13 km per uur kan varen. Wat is volgens het RPR de verplichte navigatieverlichting?
RPR 9: Hoe oud moet de bestuurder van een klein motorschip zijn om een motorboot van 14 meter te besturen?
BPR 10: Op een hoofdvaarwater vaart een klein motorschip. Vanaf rechts komt een groot motorschip uit een nevenvaarwater. Wat bepaalt het BPR onder meer over deze situatie? Kies het juiste antwoord uit de volgende mogelijkheden:
BPR 11: Twee kleine schepen naderen een engte. Het kleine motorschip A vaart met de stroom mee. Het kleine zeilschip zeilt over de bakboord boeg. Wie heeft hier voorrang?
BPR 12: Wat is de minimale leeftijd om (volgens het BPR) om te mogen varen met een kleine bijboot van 4 meter en die niet harder dan 13 km/uur kan varen?
Algemeen 13: Welk reglement geldt op de Waddenzee?
RPR 14: Op de Waal geldt het RPR ?
Inhoud van deze website kan/mag niet worden gekopieerd.
Zet koers richting het klein vaarbewijs 1 certificaat met deze gratis online cursus!