0 of 29 Vragen completed
Vragen:
Je hebt de vragenlijst al eerder voltooid. Daarom kun je hem niet meer opnieuw starten.
Vragenlijst is aan het laden…
Je moet inloggen of inschrijven om de vragenlijst te starten.
U moet eerst het volgende invullen:
0 of 29 Vragen answered correctly
Uw tijd:
De tijd is verstreken
You have reached 0 of 0 point(s), (0)
Behaalde punt(en): 0 of 0, (0)
0 verslag(en) in afwachting (mogelijke punt(en): 0)
RPR 16: Op welk water geldt het Rijnvaartpolitiereglement (RPR) niet?
BPR 17: Wat betekent goed zeemanschap volgens het BPR ?
BPR 18: Een klein schip moet zich volgens het BPR aan verschillende regels en voorschriften houden. Wat is juist met betrekking tot het varen op een hoofdvaarwater
BPR 19: In een engte zonder stroom vaart een groot motorschip. Het obstakel bevindt zich aan de zijde van het grote motorschip. Wie moet volgens het BPR voorrang verlenen?
BPR 20: Je vaart op klein schip. Een groot schip komt uit een nevenvaarwater. Er bestaat gevaar voor aanvaring. Wat bepaalt het BPR?
BPR 21: Op ruim vaarwater varen twee schepen. Het ene schip is een klein schip dat door spierkracht wordt voortbewogen. Het naderende schip is klein motorschip Welk schip moet voorrang verlenen?
Veiligheid 22: Wat is één van de veiligheidsvoorzieningen die aan boord moeten zijn van een snelle motorboot ?
BPR 23: Wat is een stilliggend schip, volgens de definitie van het BPR?
RPR 24: Een klein schip vaart met de stroom mee en nadert een engte. Van de andere kant komt groot schip aanvaren. Wie moet voorrang verlenen?
RPR 25: Aan welke zijde moet een klein zeilschip een ander klein zeilschip passeren volgens het Rijnvaartpolitiereglement (RPR)?
Accuonderhoud 26: Een van de loodaccubatterijen op je schip is gaan sulfateren. Wat kan hiervan een oorzaak zijn?
Veiligheid 27: Een schip met een gasbun is voorzien van een gasdetector. Wat is juist met betrekking tot de ontluchting van een gasbun?
Veiligheid 28: Welke maatregel kun je treffen om het risico te verminderen dat personen op open water overleven?
Bebakening 29: Wat wordt er (in zowel het BPR als het RPR) met de ‘rechteroever’ van een rivier bedoeld?
Bebakening 30: Je vaart op een rivier en op de kop van een strekdam zie je een driehoekig rood bord met de punt naar beneden op een paal staan. Wat betekent het baken?
Oplopen 31: Een groot diep geladen schip loopt een klein schip voorbij op een kanaal. Wat is het effect van de waterbeweging tijdens deze manoeuvre?
Verkeerstekens 32: Je ziet een blauwe bord met in erin met witte letters het nummer 20 langs de vaarweg staan.
Betonning 34: Welk lichtkarakter kan een lichtboei hebben als die ten oosten ligt van een te markeren gevaar, volgens het cardinale markeringssysteem?
Bebakening 35: Je ziet op het water links een rode stompe ton. Wat kan deze ton als topteken hebben?
Veiligheid 36 : Waar zal gas of benzinedamp zich verzamelen wanneer er een lekkage is?
Onderhoud 37: Welke kleur heeft de rook van een goed onderhouden en warmgelopen dieselmotor?
Onderhoud 38: Een niet-onderhoudsvrije accu moet worden onderhouden. Waarmee vul je deze accu bij?
RPR 39: Wanneer moet een klein motorschip uitwijken, volgens het RPR ?
RPR 40: Is het verplicht een afschrift van het RPR-reglement aan boord te hebben van een klein schip?
Registratie 41: Je hebt een tweedehands snelle motorboot gekocht. De vorige eigenaar had bij deze boot een registratiebewijs. Mag je dan direct gaan varen?
BPR 42: In welke situatie moet je de stuurboordzijde van het vaarwater zo veel mogelijk aanhouden?
BPR 43: Een klein zeilschip is aan het kruisen in een smalle sloot. Een ander klein motorschip nadert hem vanuit het midden van de sloot. Welk schip moet voorrang verlenen?
BPR 44: Een klein zeilschip vaart op ruim water over zijn bakboordboeg. Vanuit bakboord nadert een groot motorschip. Wat zegt het BPR hierover?
Inhoud van deze website kan/mag niet worden gekopieerd.
Zet koers richting het klein vaarbewijs 1 certificaat met deze gratis online cursus!