0 of 32 Vragen completed
Vragen:
Je hebt de vragenlijst al eerder voltooid. Daarom kun je hem niet meer opnieuw starten.
Vragenlijst is aan het laden…
Je moet inloggen of inschrijven om de vragenlijst te starten.
U moet eerst het volgende invullen:
0 of 32 Vragen answered correctly
Uw tijd:
De tijd is verstreken
You have reached 0 of 0 point(s), (0)
Behaalde punt(en): 0 of 0, (0)
0 verslag(en) in afwachting (mogelijke punt(en): 0)
Meteorologie 81: Je meet volgens de schaal van Beaufort een windkracht 7. Hoe wordt deze wind op de schaal aangeduid?
Oplopen 82: Je vaart met je kleine motorboot in een vaarwater. Op dat moment word je opgelopen door een groot schip. Wat merk je als het grote schip ter hoogte van zijn midscheeps naast je vaart?
Manoeuvreren 83: Met een een linkse schroef wil je in één draai maken. Er staat geen wind Is de draaicirkel het kleinst over bakboord of over stuurboord?
Slepen 84: Je wilt een ander schip slepen . Op welke manier kun je dit het beste doen?
Manoeuvreren 85: Op welke manier kun je het beste een noodstop maken?
Ontmeren 86: Je ligt met je schip afgemeerd aan de kant en de stroom komt van voren in. Je wilt afvaren, Wat is je plan van aanpak bij het afvaren?
Aanmeren 87: Je wilt aanmeren aan de wal met wind van voren. Wat is de eerste lijn die je uitzet?
Aanleggen 88: Je wilt in een jachthaven in een box met de boeg naar de wal afmeren. Daar bevind je jezelf voor twee aanmeerpalen en moet een haakse bocht maken bij een krappe ruimte. Met welke lijn kun je de draai vereenvoudigen?
Afmeren 89: Je wilt in een sluis geschut worden van ‘hoog’ naar ‘laag’. Het water gaat in de sluis een flink eind zakken. Je wilt afmeren vlak achter de sluisdeuren waar je de sluis in komt varen, maar dat mag niet van de sluismeester. Waarom mag je bij het afmeren niet in de buurt van de sluisdeuren liggen als het water een flink stuk zal zakken?
Ankeren 90: Je hebt de keus om een ankerlijn of een ankerketting aan je anker vast te maken. Wat is de beste keuze?
Meteorologie 91
: Welke term geven we aan windkracht 4 op de schaal van Beaufort?
Waterdiepte 92: Op een waterkaart wordt de diepte van het water aangegeven ten opzichte van het kanaalpeil. Op de kaart staat D14 met als opmerking: KP = NAP + 2 dm. Op de peilschaal lees je af dat de waterstand gelijk is aan het NAP. Verder is de diepgang van je schip 80 cm. Hoeveel cm blijft er onder de kiel over?
BPR 93: Twee kleine schepen naderen een engte. Het kleine motorschip A vaart met de stroom mee. Het kleine zeilschip B zeilt over de bakboord boeg en heeft het bezeild. Wie heeft hier voorrang?
BPR 94: Je vaart op open water met een zeilschip van 9 meter lengte met het grootzeil over bakboord. Er nadert op een kruisende koers een zeilschip van 12 meter lengte met een gele ruit dat over stuurboord zeilt. Wat bepaalt het BPR over deze situatie?
BPR 95: Vaar je op een schip met een marifoon aan boord dan heb je een plicht. Welke plicht is dit ?
BPR 96: Met een korte stoot wordt een geluidssignaal bedoeld. Hoelang duurt een korte stoot en wat betekent dit signaal?
RPR 97: Op welk van de volgende wateren is het BPR van toepassing?
BPR 98: Wat is de definitie van een zeeschipbak
BPR 99: Op welk van de onderstaande wateren is het BPR van kracht?
Manoeuvreren 100: Je vaart achteruit met je schip. Door het schroefeffect en de wind krijgt het achterschip een afwijking naar stuurboord. Hoe kun je met behulp van het roer het schip toch recht achteruit laten varen?
Manoeuvreren 101: Je vaart op een grote plas met weinig wind en je wilt in één keer draaien. Je schip heeft een rechtsdraaiende schroef. Naar welke kant is de draaicirkel het grootst?
Meteorologie 102: Een dalende barometer geeft aan:
Meteorologie 103: Tijdens het weerbericht wordt aangegeven dat de wind west is. Dit betekent:
Doorvaarthoogte berekenen 104: Een schip nadert een brug. Op de waterkaart staat bij de brug H30 dm boven het kanaalpeil. Het kanaalpeil (KP) = NAP – 5 dm. Het schip heeft een hoogte van 3 meter boven water. Waterstand is gelijk aan het NAP Wat is dan de speling die het schip heeft onder de brug?
Veiligheid 105: Wat is de functie van een gasdetector aan boord van een schip?
Veiligheid 106: Wat is de functie van een lenspomp?
Veiligheid 107: Wat is het belangrijkste om op te letten bij de aanschaf van een blusapparaat?
Onderhoud 108: De elektrische installatie van een zeilschip bestaat uit een serviceaccu en een startaccu. Wat moet er met deze installatie gebeuren, als het schip gedurende de winter niet gebruikt wordt?
Manoeuvreren 109: Aan welke schepen moeten kleine schip de ruimte geven die ze nodig hebben om hun koers te vervolgen en te manoeuvreren?
RPR 110: Je vaart op een zeilschip langer dan 7 meter over de Waal. Welke navigatieverlichting moet je ‘s nachts voeren?
BPR 111: Waar is het toegestaan ligplaats te nemen?
BPR 112: Wat betekent een geluidsignaal van drie korte stoten?
Inhoud van deze website kan/mag niet worden gekopieerd.
Zet koers richting het klein vaarbewijs 1 certificaat met deze gratis online cursus!